Principe 5
De oceaan ondersteunt een grote diversiteit aan leven en ecosystemen
Het leven onderwater is heel divers en varieert van heel kleine micro-organismen (zoals dierlijk en plantaardig plankton) tot het grootste dier dat we kennen: de blauwe vinvis. Het meest voorkomende leven in de oceaan zijn de micro-organismes. Ze staan niet voor niets aan de basis van de voedselketen. Daarom moeten ze ook snel kunnen groeien en zich voortplanten (of opdelen). Dit gebeurt soms wel meerdere keren per dag!
Beschikbaarheid van voedsel is een vereiste voor al het leven. De relatie en diversiteit van het leven in de oceaan definieert vervolgens weer het ecosysteem. Elke verandering in de omgeving of voedselketen heeft effect op ecosysteem en de biodiversiteit. Daarom is een grote biodiversiteit van essentieel belang voor de stabiliteit van een ecosysteem.
Ecosystemen zijn vaak geconcentreerd in een bepaald gebied, of zelfs een geologische tijd in de geschiedenis. Dit kan een gevolg zijn van externe, niet-biologische factoren, zoals beschikbaarheid van zuurstof, zoutgehalte, temperatuur, zonlicht, voedingsstoffen, druk, zuurtegraad of bodem. Maar ook factoren als waterdruk, dichtheid, getij of golfslag hebben invloed op ecosystemen.
Een heel aansprekend voorbeeld van een ecosysteem is het Great Barrier Reef aan de oostkust van Australië. Naast dit soort mooie koraalriffen kennen we veel meer ecosystemen, zoals poolgebieden, mangrove- en kelpbossen, kustgebieden, maar ook op duizenden meters diepte zijn functionele ecosystemen ontdekt.
Wil je meer informatie over dit onderwerp?
Bekijk dan de thema’s Koraal en Mangrove, Biodiversiteit en Haaien bij de themapagina's!