Haaien

Cruciaal voor het ecosysteem


Haaien bestaan al ruim 400 miljoen jaar en hebben zelfs de dinosauriërs zien komen en gaan. Hoewel veel mensen bang zijn voor haaien, zijn slechts enkele van de ruim 500 soorten, in zeldzame gevallen, gevaarlijk voor de mens. Een haaienaanval is trouwens meestal niets anders dan een proefbeet. Ruiken doen ze als de beste – ze kunnen een microscopische hoeveelheid bloed in het water ruiken – maar ook horen en zien kunnen ze beter dan vroeger werd gedacht.

Skelet van kraakbeen

Het skelet van haaien bestaat niet uit bot, maar uit kraakbeen. Hun formaat varieert van klein (de dwerghaai van 25 centimeter) tot gigantisch, zoals de walvishaai, met zo’n 14 meter de grootste vis op aarde. In de Noordzee zwemmen alleen kleine haaiensoorten rond. Een enkele keer wordt een grotere soort gezien, zoals de reuzenhaai. Maar die haai heeft zelfs geen tanden – voor ons niets om bang voor te zijn, dus!

Toppredator van de oceaan

Haaien zijn uitstekende jagers en staan aan de top van de voedselketen. Ze kunnen goed ruiken en ze hebben een extra troef: speciale organen in hun kop en aan de zijkant van hun lichaam waarmee ze elektrische ladingen kunnen meten. Deze organen heten de ampullen van Lorenzini en staan in contact met hersenzenuwen. De haai weet dankzij deze organen precies welk soort prooidier hij voor zich heeft. Haaien reguleren de aantallen van de prooidieren onder hen, houden door het verwijderen van oude en zieke dieren de genenpoel van hun prooien gezond én houden als aaseters riffen vrij van parasieten en ziekten. Haaien zijn dus zeer belangrijke mariene toppredatoren.

De levenscyclus van de haai

Haaien groeien langzaam, hebben een lange draagtijd en produceren een beperkt aantal nakomelingen. Zo blijft hun aantal – en dat van de prooidieren onder hen – op natuurlijke wijze in balans. Dat zorgt er echter wel voor dat haaienpopulaties langzaam groeien en zich moeilijk herstellen van overbevissing. Bescherming is daarom extra hard nodig om te voorkomen dat haaiensoorten zullen uitsterven.

Haaienvangst

Haaien worden op drie manieren gevangen in de visserij:

  • Gerichte vangst van het hele dier.
    Van sommige soorten zijn niet alleen de vinnen maar ook de rest van het vlees interessant. Het vlees wordt dan lokaal verkocht en de vinnen ingevroren verstuurd naar Azië.
  • Haaien als ‘bijvangst’.
    Dit gebeurt vooral bij vissen op tonijn. Voordat de haaienvin een lucratief product werd, werden deze haaien meestal losgesneden waarna ze een overlevingskans van 75% hadden. Tegenwoordig zijn het aas en de haken echter steeds vaker alleen geschikt voor haaien en niet voor tonijn of zwaardvis. Een recent voorbeeld: Spaanse tonijnvissers vangen tegenwoordig 20% tonijn en 80% bijvangst (haaien).
  • Vangst voor de vinnen.
    Hierbij gaat het vaak om schepen uit Aziatische landen, die na enkele maanden in internationale wateren terugkeren met enkele tonnen aan haaienvinnen. Na het ontvinnen worden de haaien – meestal nog levend – gedumpt in open zee, waar ze een gruwelijke dood sterven. Hoewel er in Europa een volledig verbod op ontvinnen bestaat, wordt dat zeer slecht gehandhaafd en worden vinnen via obscure havens in Noord-Afrika aan land gebracht. 

Wetgeving

De Europese Unie (EU) heeft erg lang gewacht om de haaien te beschermen. In 2002 werd ontvinnen verboden, maar in die wet is een gedoogbeleid opgenomen waardoor lidstaten hun vissers een vergunning kunnen geven om de vinnen op zee af te snijden. In theorie is daarvoor een goede onderbouwing nodig; in de praktijk krijgt iedere visser die een aanvraag indient, een vergunning.

Haaienvangst in de Noordzee

Bijna alle haaiensoorten uit de Noordzee hebben het als gevolg van visserij zwaar te verduren. De meeste haaien worden gevangen in de gemengde visserij. Naast haaien vissen deze vissers ook op andere vissoorten; één Deense visser vist specifiek op haringhaaien. Heel soms worden hondshaaien gevangen voor consumptie: ze worden dan meestal verkocht als ‘zeepaling’ of zelfs als zalm. Meestal komen hondshaaien echter per ongeluk in visnetten terecht. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij visserij die zich op platvissen richt. Platvissen leven net als hondshaaien op de bodem van de zee. Omdat hondshaaien behoorlijk langzaam groeien, lopen ze veel kans om te worden gevangen voordat ze tot voortplanting komen. Het is dus niet verwonderlijk dat de hondshaai in zwaar beviste gebieden op zee zeldzamer is geworden.

Onderzoek naar haaien

Veel onderzoek is gericht op het volgen van haaien met tags. Er is namelijk nog veel onbekend over hun migratiepatroon: waar gaan ze heen? In welk gebied planten ze zich voort? Waar leven de jonge dieren? Waarheen migreren ze als ze ouder zijn? Met deze kennis kunnen haaien beschermd worden door de jacht te elimineren of een heel gebied te beschermen. Mangrovegebieden zijn bijvoorbeeld een kraamkamer voor heel veel haaien- en roggensoorten, maar maken in hoog tempo plaats voor bouwprojecten, jachthavens en vooral kweekvijvers voor scampi, tilapia en pangasius.



Meer weten?

Wil je nog veel meer weten over haaien? Vraag dan een les aan via [email protected]! Of bestel het boek De Huilende Zee via onze webshop.

Sustainable Development Goals
Nummer 14.4 en 14.6: Beschermen van zeeën en oceanen